Dodenherdenking 2021: Vrijheid door verbondenheid

Aalsmeer – Dinsdag 4 mei werd er weer op aangepaste manier stilgestaan bij iedereen die het leven liet voor onze vrijheid. Wederom zonder publiek werden bij het monument op het Raadhuisplein kransen en bloemen gelegd. De herdenking was live te volgen op Radio Aalsmeer-TV. Leerlingen van de Jozefschool en dorpsdichter Jan Daalman lazen gedichten voor en Presentatrice Lianda van der Schilden ging in gesprek met auteur Sanne Biesheuvel over haar boek ‘Oorlog aan de Overkant’. Daarin vertelt zij het verhaal van haar vader die destijds diende in Nederlands Indiē.

Natuurlijk hield ook burgemeester Gido Oude Kotte zijn jaarlijkse toespraak met als titel: Vrijheid door verbondenheid. Een toespraak met een mooie persoonlijke noot daarin verwerkt. U vindt de tekst van de toespraak van de burgemeester van Aalsmeer op radioaalsmeer.nl. Hieronder vindt u de tekst. De gehele uitzending kunt u hier terugkijken en de speech van de burgemeester treft u hier aan.

Vanavond herdenken we de mensen die hun leven hebben geven voor onze vrijheid. En, hoe we dit jaar, evenals vorig jaar, het herdenken niet in gezamenlijkheid kunnen doen, laat pijnlijk duidelijk zien dat vrijheid zeer kwetsbaar is. Vrijheid is broos. Vrijheid is alles behalve vanzelfsprekend.

Ik wil er duidelijk over zijn, de huidige crisis is geenszins te vergelijken met wat onze grootouders hebben beleefd in de Tweede Wereldoorlog. Sta alleen maar eens stil bij de Hongerwinter van 1944. Er was geen verwarming en geen normale omstandigheid tot koken. Voor verlichting werd in de avond een stompje kaars aangestoken en om het warm te krijgen ging men vroeg naar bed. Na acht uur ’s avonds mocht men bovendien vanwege de spertijd niet meer de straat op. De voedselschaarste was soms zo groot dat mensen zelfs honden, katten, bloembollen en suikerbieten aten. Het beetje eten dat er was moest desalniettemin gekookt of verwarmd worden. Maar ook dat was niet eenvoudig, er was gewoonweg geen hout meer te vinden. Alles was al opgestookt. In de Hongerwinter kwamen minstens 20.000 mensen om het leven door honger en kou.

Vlak voor die winter werd mijn moeder geboren en mijn vader was iets ouder, één jaar oud, net zo oud als mijn zoon nu is. De zorgen van mijn opa en oma waren het in leven houden van hun kinderen.

Mijn zoon werd aan het begin van de coronacrisis geboren, en heeft inmiddels zijn eerste verjaardag gevierd. U zult begrijpen, hij heeft nog niet veel familie en vrienden in zijn leven ontmoet. En voor ons is dat gemis best groot. Hij is niet gewend aan groepen mensen en is er net als zijn zus, die twee jaar oud is, nog niet zo veel op uit geweest. Leuke dingen als de kinderboerderij kennen ze nog niet. En ondanks dat we het altijd heel gezellig hebben, met de werkende verantwoordelijkheden van mijn vrouw en mij is het echt niet altijd feest met jongere kinderen in Coronatijd. Begrijp me goed, ik wil niemands leed te kort doen. Maar, laten we eerlijk zijn. De zorgen die ik heb over mijn kinderen, zijn in de verste verte niet te vergelijken met de zorgen die mijn opa en oma hadden over hun kinderen. De Hongersnood was ongekend. Een onwerkelijk dieptepunt aan de vooravond van de bevrijding.

Toen ik afgelopen winter het ijs van de Kleine Poel opstapte, met mijn vrouw en kinderen, om op een echte Buurtse prikbur een rondje te maken, toen voelde ik me vrij. Het was aan het einde van de ochtend en over de hele poel zag ik schaatsers, wandelaars, mensen met kinderen op sleetjes. Allemaal genietend. Van het ijs, van de zon, van de vrolijke toestanden, van elkaars aanwezigheid. En het was genieten.

Heel even leek het leven weer als normaal, met weliswaar geen handen schudden, de nodige afstand tussen mensen en de wetenschap dat er maatregelen waren getroffen om niet te veel mensen op één plek het ijs op te laten stappen. Maar ondanks dat, deed dit niet af aan het gevoel van vrijheid dat ik ervaarde. En dat zag ik ook om me heen. Mensen die van het moment genoten. De vrijheid van ijspret op onze mooie Westeinder.

Helaas veranderde dit later op de dag. Op verschillende plekken kwamen plotseling grote groepen mensen bij elkaar, aangetrokken door versterkte muziek, een hapje en een drankje. Natuurlijk is die verleiding veel te groot. De behoefte om met elkaar te zijn en dat vrije ijsgevoel te vieren aan het eind van de dag; ik begrijp het zelf maar al te goed. Maar daar was en is helaas echt geen ruimte voor. Niet midden in één van de grootste pandemieën in de moderne geschiedenis. Eentje die ook Aalsmeer hard treft. En dus was het vanuit de lokale overheid noodzakelijk om die vrijheid -opnieuw- in te perken. De samenkomsten te stoppen. Ik kan mij goed voorstellen dat dit voelde alsof de vrijheid werd afgenomen. Ook voor mij voelde dit niet goed. Ook mijn eigen gevoel van vrijheid van eerder die dag verdween op slag.

Het afgelopen jaar houdt mij in het bijzonder de volgende vraag bezig: Hoe staat het met onze vrijheid? Ons vrijheidsgevoel zit namelijk diep verankerd in onze identiteit. Elin las vanavond het gedicht van Lauren voor. Hierin gaf ze mooie voorbeelden van vrijheid. Ze is hiermee zo treffend accuraat. Er zijn namelijk goed beschouwd twee vormen van vrijheid. Namelijk de vrijheid om je te bewegen wanneer en waar je maar wil, en de vrijheid om te zeggen, denken en voelen wat je wil. Deze laatste vrijheid, de vrijheid om jezelf te zijn en te uiten, is een vrijheid waar nooit, maar dan ook nooit iemand aan mag komen. Zeker de overheid niet.

Maar hoe zit dit met de eerst vorm van vrijheid. De bewegingsvrijheid. De vrijheid om zelf te bepalen op welke moment je waar bent, en daar doet wat je wilt doen.

Een kerntaak van de overheid, en daarmee van mij als burgemeester, is de samenleving veilig maken en te houden. Zoals dat van iedere burgervader gevraagd mag worden. Het toestaan van evenementen wanneer het kan, of het verbieden ervan als de veiligheid in gevaar komt, hoort beiden bij die verantwoordelijkheid.

Als onze vrijheid wordt beperkt om te gaan en staan waar we willen en ons wordt verboden datgene te doen wat we graag willen doen, dan voelt dat natuurlijk niet goed. En dat het niet goed voelt, is op zichzelf juist goed. Want het is ook niet normaal. Het is ook helemaal niet leuk. Ook niet voor mij. Het is niet leuk om een noodmaatregel op te moeten leggen. Om mensen teleur te stellen. Elke keer als op die manier, bijvoorbeeld Koningsdag, moet worden beperkt, voelt dat als een nare ingreep. Een buikpijnmoment. En dat ‘vervelende’ gevoel wat de inperking van die vrijheid voor alle overheidsmedewerkers met zich meebrengt, onderscheidt deze inperkingen van inperkingen in tijden van oorlog en onderdrukking. In ons land wordt namelijk alleen ingegrepen als het nodig is, maar nooit met een ander doel dan het doel om de veiligheid of de gezondheid van de inwoners te beschermen.

Als het besef van inwoners over de goede bedoelingen van de overheid verdwijnt, en de noodmaatregelen door sommigen worden ervaren als een aanval op de innerlijke vrijheid, de essentiële vrijheid van bestaan en jezelf te uiten, is het tijd voor een gesprek. Een gesprek dat ik graag aanga met mensen die hierover in verwarring zijn.

Want laat duidelijk zijn: De vrijheid om te denken, de vrijheid om je mening te uiten, om gevoelens te uiten, zal ik altijd beschermen. Er mag nooit meer een regime opstaan dat deze vrijheid aantast. Dus als u uw mening geeft over het optreden van onze regering of mij als burgmeester, dan hebben wij daartoe alle vrijheid. Wij hebben recht op onze mening, en op de uiting daarvan.

Dit wil natuurlijk niet zeggen dat vrijheid geen grenzen kent. Er bestaat namelijk helemaal geen echte vrijheid zonder het nemen van de daarbij behorende verantwoordelijkheid.

De grenzeloze vrijheid van de een, kan de onvrijheid van de ander betekenen. En dat lijken we nog wel eens te vergeten. Of anders gezegd. Soms is het goed als we hieraan herinnerd worden.

Over hoe we in deze vrije samenleving elkaar in waarde laten. Elkaar respecteren, maar ook het gezag respecteren. Kritisch, maar in vertrouwen. Hoe we met elkaar en met het gezag het gesprek open kunnen houden. Naar elkaar kunnen luisteren. Zonder haat.

De crisis op wereldschaal dringt door tot in elk detail van ons dagelijks leven. De inperkingen van onze alledaagse en vanzelfsprekende vrijheden zijn ongekend. Voor het overgrote deel van onze samenleving is dit een geheel nieuwe ervaring. Wij kennen de oorlog niet. De huidige crisis is onze eerste grootschalige confrontatie met vrijheidsbeperkingen. En eerlijk gezegd is dit voor burgmeesters ook een totaal nieuwe werkelijkheid. Om telkens af te wegen wat we nu wel en niet moeten doen. In de weegschaal ligt altijd de dunne maar, o zo belangrijke balans tussen veiligheid, vertrouwen, verantwoordelijkheid nemen en de verbinding weten te behouden.

Vorig jaar konden wij om deze tijd niet bevroeden dat de wereld nog altijd voor een groot deel op slot zou zitten door een virus. We herdenken daarom opnieuw in een aangepaste vorm. Maar we zullen altijd blijven herdenken omdat het belang ervan overduidelijk is. Dat wat in het verleden is gebeurd, de gruwelijke onderdrukking, de levens die zijn gegeven in de strijd voor onze vrijheid; het mag nooit worden vergeten. Want de vrijheid, waarvan wij nu extra het belang ervaren omdat die soms noodzakelijkerwijs wordt ingeperkt, is het grootste goed dat wij hebben.

Ja, onze bewegingsvrijheid wordt beperkt. Het is sociaal vreselijk armoedig en economisch rampzalig. Maar onze samenleving is sterk, vitaal en flexibel. Ik zie ook wel dat de ervaring van beknotting van onze bewegingsruimte en spontaniteit zijn tol eisen. Het is geen gemakkelijke tijd. Een onzekere tijd. Niet alleen voor u. Ook voor mij. Vrijheid is kwetsbaar. Wij zijn kwetsbaar. Ons samenleven is kwetsbaar. Daarom moeten we zuinig zijn op elkaar. Op de relatie met elkaar. Of we het nu met elkaar eens zijn of niet, we moeten er altijd samen uitkomen. Altijd. Als ons dat lukt, als we investeren in elkaar, elkaar meer ruimte geven dan nemen, dan zaaien we. Dan zaaien we vertrouwen, betrokkenheid, geloof in elkaar, hoop, geduld, vergeving. Zaaien, zodat onze kinderen en kleinkinderen over 74 jaar wederom vrijheid kunnen oogsten, en er gezegd kan worden: we leven al 150 jaar in vrijheid. 

Ik sluit af, en wel met de woorden van Lauren die door Elin zijn uitgesproken:

 

Vrij

Vrij in wat je zegt
Vrij in wat je doet
Vrij in hoe je bent

Jij bent jij
Voel je vrij
Jouw mening maakt ‘jij”

Welke kleding je draagt
Welk geloof je hebt
Wat je doet
Of waar je voor staat

Jij bent jij
Voel je vrij
Jouw mening maakt ”jij”

Iedereen is mooi
Anders maar mooi

Schaam je niet voor wie je bent
Wat je doet
Of waar je voor staat

Jij bent jij
Voel je vrij
Jouw mening maakt ”jij”

Gepubliceerd: 4 mei 2021 om 21:21 uur, geschreven door Elbert Huijts

Studio
Studio's Aalsmeer
Van Cleeffkade 15
1431 BA Aalsmeer

Telefoon
0297 - 325858
E-mail
info@radioaalsmeer.nl

×