“Roepen dat de bloemenveiling weg moet, is not done”

Aalsmeer – Vorige week werd in de Commissie Luchtvaartzaken het boek ‘Leven onder het luchtruim’ gepresenteerd.  Journalist en stadsonderzoeker Tijs van de Boomen en fotograaf Theo Baart schreven dit boek naar aanleiding van onderzoek in de regio rond Schiphol. Van den Boomen en Baart willen met het boek de basis leggen voor een publiek debat over een luchthaven in evenwicht met haar omgeving.

In het politieke radioprogramma ‘Aalsmeer Actueel’ ging presentator Joop Kok in gesprek met Jelle Buis van de PvdA en Judith Keessen van FlorAalsmeer. “Ik vond het een inspirerende bijeenkomst”, zei Jelle Buis. “Vooral de suggestie om de Aalsmeerbaan uit te schakelen. Dit zou voor een enorme toename van het woongenot in Aalsmeer en bouwmogelijkheden zorgen. Een positieve benadering van de schrijvers.” Ook Keessen was positief en noemde het out-of-the-box denken: “Een verfrissende manier van denken, maar we moeten wel beseffen dat de praktijk soms anders is”. Beide raadsleden schrokken vooral van de opmerking dat Aalsmeer een vervallen dorp is. “En roepen dat de bloemenveiling weg moet, is natuurlijk not done”, aldus Keesen.

Vraagtekens
Het ‘schrappen’ van de Aalsmeerbaan riep wel wat vraagtekens op bij FlorAalsmeer: “De banen op Schiphol zijn ingesteld op 360.000 vliegbewegingen per jaar; 36 landingen en 38 stijgende vliegtuigen per uur. Dat is echter niet de praktijk”, gaf Keessen aan, die ook benadrukte dat de Zwanenburgbaan veel vaker in zuidelijke richting wordt gebruikt en dat vooral Kudelstaart daar last van heeft.

Verder werd in de commissievergadering vastgesteld waarop Aalsmeer zich gaat focussen als het naar buiten treedt over Schiphol. “We hebben gekozen om de nadruk meer op gezondheid te leggen dan op het economisch belang”, aldus Jelle Buis. “Er lig al een onderzoek van de GGD dat kinderen in de regio Aalsmeer veel meer last hebben van astmatische aandoeningen”, aldus Keessen in Aalsmeer Actueel.

Foto: Schiphol.nl

Gepubliceerd: 19 juni 2024 om 11:30 uur, geschreven door Elbert Huijts